Gladheidsbestrijding

Wegen en straten worden tijdens een vorstperiode met zout bestrooid om gladheid te voorkomen.

Standaard worden de volgende drie hoofdroutes gestrooid:

  1. Busroutes.
  2. Grote doorgaande routes voor de fiets en auto.
  3. Wegen die er voor zorgen dat een dorp aansluiting heeft op de onder punt 1 of 2 genoemde routes, of een route gestrooid door een buurgemeente danwel de provincie.

Overzicht overige straten en wegen waar gestrooid wordt:

  • Bij 'normale' gladheid beperkt het strooien zich tot de straten en wegen genoemd bij 1, 2 en 3 en de hierlangs liggende fietspaden. Alle overige wegen en straten worden niet gestrooid.
  • Hoofdfietsroutes worden gelijktijdig met de wegen gestrooid. Overige fietsroutes en recreatieve fietspaden worden niet gestrooid.
  • Het standaard strooiprogramma gaat uit van preventief natstrooien, dus voordat het echt glad is en met natgemaakt zout.
  • In woonwijken beginnen we met strooien en ruimen wanneer alle hoofdroutes gestrooid zijn en de verwachting is dat de gladheid minimaal 48 uur aanhoudt. Wegen naar scholen en openbare gebouwen krijgen hierbij een hogere prioriteit.
  • De gladheidsbestrijdingsperiode loopt van eind oktober tot eind maart.
  • In principe wordt er zowel overdag als 's nachts gestrooid.
  • Er wordt gebruik gemaakt van de gladheidsverwachting verzorgd door DTN.
  • Voor de gladheidsbestrijding maken we gebruik van vacuümzout.

Overige wegen

Met onze buurgemeenten Groningen, Aa en Hunze, Noordenveld en Assen hebben we afspraken wie tot waar strooit. Rijkswaterstaat strooit de A-28 en de provincie Drenthe de N386 en de N858.

Op onderstaande interactieve kaart kunt u zien welke wegen tijdens vorstperiodes gestrooid worden.