2 Ruimtelijke onderbouwing

 

2.1 Beschrijving van het projectgebied

 

Het project voorziet in het wijzigen van de bestemming ‘munitiedepot’ naar ‘wonen’ voor de percelen Norgerweg 221 en 223 te Donderen. De percelen Norgerweg 221 en 223, kadastraal bekend gemeente Vries sectie R, perceelnummers 612 en 613, maken onderdeel uit van het bestemmingsplan Buitengebied Vries (vastgesteld door de gemeenteraad Vries op 28 oktober 1997 en goedgekeurd door gedeputeerde staten op 9 juni 1998).

 

[image]

 

2.2 Geldende planologische situatie

 

De percelen Norgerweg 221 en 223 Donderen maken deel uit van het bestemmingsplan Buitengebied Vries. Het toekomstige gebruik als zelfstandige woning is – juridisch – gezien niet in overeenstemming met het bestemmingsplan omdat de gronden voorzien zijn van de bestemming ‘munitiedepot’. De panden Norgerweg 221 en 223 altijd in gebruik zijn geweest als dienstwoning behorende bij het munitiecomplex.

 

Op grond van Artikel 3.10 Wro kan de gemeenteraad ten behoeve van verwezenlijking van een project van gemeentelijk belang een projectbesluit nemen.

 

2.3 Toetsing provinciaal en gemeentelijk beleid

 

2.3.1Provinciaal beleid

 

Het ruimtelijk provinciaal beleid wordt beschreven in het Provinciaal Omgevingsplan II (Provinciale staten 7 juli 2004). Daarnaast wordt binnen afzienbare tijd de provinciale Omgevingsvisie vastgesteld.

 
Het dichtstbijzijnde dorpen in de omgeving van de percelen Norgerweg 221 en 223 zijn Donderen en Norg (gemeente Noordenveld). Donderen is aangewezen als kleine kern. Deze kleine kernen hebben in hoofdzaak een woonfunctie voor de plaatselijke aanwezige bevolking en voor het omliggende op de kern georiënteerde buitengebied. Een project als het onderhavige is niet van een dergelijk provinciaal belang dat het POP II er specifiek iets over vermeldt.

 

De percelen maken onderdeel uit van het buitengebied. Een van de uitgangspunten van het provinciaal beleid ten aanzien van woningbouw is dat toename van de woningbouw niet wordt nagestreefd. In de Omgevingsvisie Drenthe zal het beleid op dit punt niet wijzigen. Omdat de woningen Norgerweg 221 en 223 al aanwezig zijn (en slechts voorzien worden van een andere juridische regeling) is er op dit punt geen strijd met het provinciaal beleid.

 

2.3.2Gemeentelijk beleid

 

Binnen het gemeentelijk beleid zijn de volgende plannen mogelijk relevant:

 

Zowel het Structuurplan gemeente Tynaarlo als het bestemmingsplan Buitengebied gaat uit van een toename van de woningvoorraad op die locaties die hiervoor speciaal zijn aangemerkt. In de praktijk betekent in of aansluitend aan de (woonkernen).

 

Planologisch gezien is hier sprake van een toename van de woningvoorraad, maar feitelijk natuurlijk niet.

 

Er is bij deze procedure op geen enkel punt strijdigheid met het bestaande gemeen-
telijke beleid.

 

2.4 Toetsing aan Geluid, Ecologie, Luchtkwaliteit en Milieuwetgeving

 

2.4.1Geluid

 

Toetsing aan geluidwetgeving is niet relevant voor het onderhavige plan, omdat er in het feitelijke gebruik geen wijziging optreedt.

 

2.4.2Ecologie

 

De beoogde plek voor de ontwikkeling betreft reeds bebouwde grond, er wordt geen bebouwing toegevoegd. Het plan bevat geen veranderingen in het totale verharde oppervlak van het perceel. Hier is sprake van een juridische wijziging van de regels, het feitelijke gebruik als zijnde wonen blijft ongewijzigd.

 

2.4.3Luchtkwaliteit

 

Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing).

 

Het onderhavige plan is een conserverend plan, dat wil zeggen het perceel wordt bestemd conform het huidige gebruik. De ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt zijn ‘niet in betekenende mate’ van invloed op de luchtkwaliteit in het gebied. Onderzoek naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven.

 

 

 

2.4.4 Milieuwetgeving

 

Het bouwplan heeft geen directe raakvlakken met milieuwetgeving. Ook voor de omliggende agrarische bedrijven zijn er geen gevolgen voor de wijziging van bestemming.

 

 

2.4.5 Externe veiligheid

 

Vanwege de functie als munitiecomplex zijn er in het huidige bestemmingsplan drie veiligheidszones opgenomen. Deze veiligheidszones betekenen beperkingen voor ontwikkelingen in de directe omgeving. De milieuvergunning voor dit munitiecomplex zijn door het rijk ingetrokken en er is schriftelijk van rijkswege verklaard dat de veiligheidszones kunnen vervallen. In de praktijk zal dit betekenen dat bij een algehele herziening van het buitengebied deze veiligheidszones niet meer op de plankaart komen. Voor deze procedure spelen de veiligheidszones geen rol meer.

 

 

2.5 Duurzame stedenbouw

 

Op (inter)nationaal en regionaal niveau doen zich ontwikkelingen voor die veelal een nadelig effect hebben op onze leefomgeving, zoals klimaatverandering, verstedelijking, bevolkingstoename, toenemende industrialisatie, groeiend tekort aan primaire grondstoffen etc. De gemeente wil een bijdrage leveren om de nadelige gevolgen hiervan te minimaliseren door te streven naar een duurzame ontwikkeling op lokaal niveau. Onder duurzame ontwikkeling wordt een ontwikkeling verstaan die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.

 

Daarnaast streeft de gemeente er naar om op korte termijn de huidige kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Deze voornemens zijn alleen te realiseren door een integrale aanpak van het gemeentelijk milieubeleid op verschillende beleidsterreinen.

 

Duurzaam bouwen is een van de items die daaraan een bijdrage kunnen leveren. Tevens is het een van de items waarmee de landelijke doelstelling voor de reductie van CO2 (vermindering broeikaseffect) conform de afspraken in het Kyotoprotocol kunnen worden bewerkstelligd.

 

Bij dit project is echter geen sprake van nieuwbouw en speelt het item duurzame stedenbouw geen rol.

 

2.6 Afstemming project en waterbeheer

 

Op grond van de afspraak uit de startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw, dienen decentrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf op te nemen. In die paragraaf dient te worden uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding.

 

In algemene zin kan worden opgemerkt dat, ondermeer door het als zodanig aanduiden van belangrijke groenstructuren in het plangebied, wordt voorkomen dat deze groenstructuren worden verhard. Dit draagt mede bij aan de instandhouding van het bestaande watersysteem.

 

Het onderhavige plan voorziet niet in verdere verharding, en heeft hierdoor ook geen invloed op de waterhuishouding.

 

2.7 Archeologie

 

De provincie Drenthe heeft een middels een brief (2 juli 2007) een vrijstelling van de verplichting tot archeologisch onderzoek opgesteld. De provincie hanteert op grond van inhoudelijke overwegingen en expert judgement een vrijstellingsmogelijkheid van 500 m2. Daarbij dienen wel de volgende uitgangspunten te worden gehanteerd:

 

Onderzoek is niet vereist als het gaat om herbouw met dezelfde maatvoering als het oorspronkelijke bouwwerk, dat wil zeggen dat de funderingen dezelfde horizontale en verticale afmetingen hebben of wanneer werkzaamheden vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd.

 

In onderhavig project is geen sprake van verdere verstoring van het bodemoppervlak.

Nader archeologisch onderzoek is daarom niet nodig.

 

2.8 Ruimtelijke effecten van het project op de omgeving

 

De percelen Norgerweg 221 en 223 maken nu nog onderdeel uit van het munitiecomplex Donderen. Dit munitiecomplex ligt voor 2/3 op het grondgebied van de gemeente Tynaarlo en voor 1/3 op het grondgebied van buurgemeente Noordenveld.

 

Zoals in de inleiding al is genoemd zal voor het munitiecomplex een andere invulling worden gezocht, waarbij recht gedaan wordt aan de “cultuurhistorische” waarde van het complex. De intentie is om een aantal van de munitiebunkers in stand te laten en deel uit te laten van de nieuwe bestemming. Op dit moment wordt gedacht aan de ontwikkeling van een ‘kunstlandgoed’, een combinatie van de ontwikkeling van een landgoed met kunst. Dit zou kunnen beteken dat de voormalige bunkers in gebruik gegeven gaan worden atelier, oefenruimte of opslagruimte voor kunstmateriaal. De ruimtelijke uitstraling van deze ontwikkeling zal duidelijk anders zijn dan het gebruik als munitiecomplex met een gesloten karakter.

 

De twee woningen, Norgerweg 221 en 223, zullen echter geen deel uit gaan maken van het kunstlandgoed. Het ruimtelijk effect van deze procedure tot vaststelling van en projectbesluit is daarom nihil te noemen. In de panden Norgerweg 221 en 223 wordt nu gewoond en dat zal niet anders worden.

 

Slechts op 2 ondergeschikte aspecten zou er een ruimtelijk/juridisch effect kunnen zijn. In de eerst plaats zou de vestiging van een zelfstandige woonfunctie conse-quenties kunnen hebben voor een agrarisch bedrijf in de direct omgeving, in die zin dat dit bedrijf in zijn mogelijkheden worden beperkt. Zoals eerder is geconstateerd is hiervan geen sprake, enerzijds omdat het feitelijk gebruik (wonen) op zich niet wijzigt door dit plan. Anderzijds zit er nog een andere woonfunctie (Norgerweg 218) op kortere afstand van de agrarische bedrijven in de directe omgeving. Dus als er al sprake is van beperking van de mogelijkheden, dan is het adres Norgerweg 218 hiervoor bepalend.

 

Het andere – minimale – effect dat deels door dit projectbesluit wordt veroorzaakt is het wegvallen van de veiligheidszones. Dit zou theoretisch wat meer mogelijkheden moeten gaan bieden voor de directe omgeving.

[image]